Sociale Psychiatrie / nummer 141 vervangend boek

Jaargang 41 - november 2022

   De 4e uitgave van 2022, jaargang 41.
   Nummer 141 is een vervangend boek in een speciale uitgave voor de V&VN-SPV.
   "Helpen is moeilijk" van collega Bauke Koekkoek.

De gezondheidszorg in Nederland is van een hoog niveau. De verwachtingen die burgers hebben van de zorg zijn daarop afgestemd. Bovendien wordt er veel van hulpverleners verwacht wanneer een probleem verholpen moet worden. Dit verwachtingspatroon mag deels opgaan voor de somatische gezondheidszorg, maar in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) ligt dat ingewikkelder. De maakbaarheidsgedachte en het idee dat als er een professional bij betrokken wordt, het wel goed komt, blijkt in de GGZ meer dan eens een illusie. Psychische problemen ontstaan nu eenmaal in wisselwerking met gebeurtenissen in de omgeving en met direct betrokkenen. Voor de een is ontslag op het werk een ervaring die een depressie uitlokt, voor de ander is het een uitdaging om er eens flink tegen aan te gaan. Daarbij komt de vraag naar voren of er sprake kan zijn van een depressie bij ontslag of dat het gaat om een normale reactie op een nare gebeurtenis, waarmee de diagnostiek vanuit de DSM nog maar weer eens ter discussie wordt gesteld. Een diagnose geeft aan dat er sprake is van een ziekte en zo lang symptomen worden gezien als een begrijpelijke reactie op een gebeurtenis, dan is het niet helpend om te denken in ziektebeelden. Bij enkelvoudige problematiek en voldoende motivatie  bij de betrokkene, kan de GGZ met goed onderbouwde behandelingen, soelaas bieden. Anders wordt het wanneer problemen complex zijn en het leven van mensen er ernstig door ontwricht raakt. Koekkoek neemt ons hierbij mee in de soms rauwe werkelijkheid van de hulpverlening. Hij doet dat aan de hand van zijn werk binnen de crisisdienst waarin hij ons betrekt in zijn overwegingen, twijfels en soms stroeve verloop van de gesprekken.

Waarbij hij als hulpverlener met een minimum aan informatie in korte tijd een beslissing moet nemen en iedereen er van uitgaat dat de GGZ het wel oplost. In werkelijkheid is het anders. De hulpverlener worstelt met allerlei overwegingen en moet het van goede samenwerking met alle betrokkenen hebben. En als dat niet lukt kan hij daar behoorlijk gefrustreerd door raken.  Aldus Koekkoek in zijn columns. Wat hij er niet bij vertelt maar in zijn aanpak wel duidelijk maakt, is de grote rol van de persoonlijkheid van de hulpverlener. Hulpverlening is gebaseerd op wederzijds respect en vertrouwen, of zoals het populair heet ‘er moet sprake zijn van een klik tussen betrokkene en hulpverlener’. De hulpverlener beoordeelt, zeker bij een crisis, wat er gaande is en dat is afhankelijk van de manier waarop de situatie wordt ingeschat en hoe een betrokkene daarin wordt tegemoet getreden. Bij een crisis zijn vaak veel partijen betrokken en iedereen heeft daarbij verwachtingen die de GGZ moet waarmaken. Koekkoek laat zien hoe hij hiermee omgaat en dat het soms worstelen is om tot een resultaat te komen. Het is een ontnuchterende en realistische weergave van de praktijk die elke hulpverlener die ooit in de crisisdienst heeft gewerkt, zal herkennen. Daarmee is de rol van de hulpverlener wel danig ontdaan van het romantische jasje dat er vanuit de buitenwereld vaak aan gehangen wordt. Iets voor een ander willen betekenen is hard werken volgens Koekkoek en daarbij moet de hulpverlener zich verhouden tot de institutionele wereld waar de zorg door geregeld wordt.       

Dat we niet zonder instituties, zoals de GGZ, en regels kunnen, moge duidelijk zijn. Velen kunnen in de GGZ  geholpen worden, doordat er afspraken worden gemaakt en de zorg via vastliggende afspraken geregeld wordt. Maar al die regelgeving heeft ook een keerzijde. In zijn essays gaat de auteur hier op in, met name voor de groep waarbij het niet zo simpel ligt. Het organiseren van de zorg voor mensen met complexe problemen laat zich niet institutionaliseren en heeft zelfs last van alle opgelegde beperkingen die eruit voortvloeien. Ook vraagt het niet om het creëren van nieuwe doelgroepen (zoals bij verwarde mensen is gebeurd) of een roep om meer geld, maar het gebruik van gezond verstand en ons samen als collectief meer verantwoordelijk voelen voor het welzijn van anderen. Dat vraagt om veiligheid binnen de samenleving, voldoende inkomsten om rond te kunnen komen, goede huisvesting, zinvolle dagbesteding, allemaal zaken die we als hulpverlener niet kunnen regelen en waarbij de GGZ samenwerking met anderen moet zoeken. Dat hulpverleners daarbij buiten de gangbare paden moeten durven denken, is daarbij onontbeerlijk. Hulpverleners moeten het niet goed willen doen, maar het goede willen doen. Zodat ze zelf ook met plezier en compassie hun werk kunnen blijven doen.

Vanuit de redactie van SP zijn we in ieder geval blij met dit boek van Bauke Koekkoek waarin ons een ontnuchterende, realistische spiegel wordt voorgehouden. Het boek past inmiddels in en gestaag groeiende reeks van boeken waarin een sociaal psychiatrisch hart krachtig hoorbaar is. Daar past dit boek prima tussen.

Gerard Lohuis Namens de redactie van Sociale Psychiatrie