Lustrumcongres 25 november 1999

NVSPV 20 jaar
Sociale Psychiatrie, vergane glorie of met nieuw elan 2000 in?

Door de transmuralisering van de geestelijke gezondheidszorg wordt vaak ook impliciet verondersteld dat daarmee de sociale psychiatrie zijn langste tijd heeft gehad. Ook Hutschemaekers en Neijmeyer komen in hun overzichtstudie ‘Beroepen in beweging’ niet verder dan de sociale psychiatrie te zien als extramuraal werken. Daarmee wordt voorbijgegaan aan de sociale psychiatrie als specifiek werkterrein. Het ambulante veld is het domein waar de sociale psychiatrie is ontwikkeld. Het begrip sociale psychiatrie verwijst echter naar visie en methode en niet naar setting.

Als reactie op het onderzoek ‘Beroepen in beweging’ komen De Leeuw, Onderwater en Van der Padt (1999) op de volgende uiteenzetting van sociale psychiatrie:

Sociale psychiatrie houdt al ruim een halve eeuw meer in dan louter extramuraal werken. Het gaat om cliënten in hun maatschappelijke en sociaal-culturele context, hun behoeften en die van de directe omgeving: familie, sociale en professionele netwerk. Er wordt uitgegaan van actieve bemoeienis van de hulpverleners met allerlei risicogroepen. Ook heeft men aandacht voor de sociaal-culturele context waarin psychische problematiek zich ontwikkelt en poogt men maatschappelijke uitstoting en marginalisering van bepaalde groepen tegen te gaan. Sociale psychiatrie onderscheidt zich door een kritische houding van andere vormen van psychiatrie, het ziektemodel staat niet voorop. Ook beschouwt men het als een taak van de sociale psychiatrie het publiek bewust te maken van de maatschappelijke invloed van problemen. Sociaal-psychiatrische hulpverlening wordt gekenmerkt door samenwerking met zowel maatschappelijke instellingen als de klinische psychiatrie en is niet beperkt tot een bepaalde behandelingssetting. Het flexibel georganiseerde hulpaanbod – waar nodig outreachend; langdurige hulp met een wisselende intensiteit, crisisinterventie, psycho-educatie en rehabilitatie – vergt flexibele hulpverleners die creatief en praktisch zijn ingesteld. De focus van de sociale psychiatrie wordt beoordeeld maar er is ook oog voor de materiele omstandigheden van cliënten. Belangrijk is vooral de inbreng, medezeggenschap en keuzevrijheid van hun cliënten.

De toenemende cultuurgebonden problematiek vraagt om adequate antwoorden. Denk aan vluchtelingen, arbeidsongeschikten, toenemende maatschappelijke uitstoting en chronisch psychiatrische patiënten, het groeiend aantal ouderen en de steeds ingewikkelder wordende gezinsproblematiek. De sociale psychiatrie heeft de antwoorden in zich, daar waar de GGZ de coördinatie en continuïteit van zorg en zorg op maat wil garanderen. De NVSPV heeft met het optekenen van een eigentijds profiel van de SPV niet alleen geprobeerd om de sociale psychiatrie zo breed mogelijk te houden, maar vooral om deze te blijven ontwikkelen.
Wij hopen met het lustrumcongres een antwoord te vinden op de vraag waar de SPV, vanuit de verschillende domeinen van haar functie, op in moet zetten om haar positie te waarborgen en de sociale psychiatrie in de volgende eeuw te kunnen blijven bedienen.

Sprekers

Dhr. Rob Smeets
Dhr. Smeets is psychiater. Hij werkte achtereenvolgens als hoofd van het Crisiscentrum Amsterdam en als chef de clinique in het AMC. Tegenwoordig is hij Hoofdinspecteur voor de Geestelijke Gezondheidszorg, Gehandicaptenzorg en Ouderenzorg bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Enkele jaren geleden is dhr. Smeets middagvoorzitter geweest bij een studiemiddag van de NVSPV over ambulante dwang, een onderwerp dat met name door hem op de agenda is gezet.

Mevr. Carla J.T. Raben
Mevr. Raben is sociaal psychiatrisch verpleegkundige en voorzitter van de NVSPV. Daarnaast is zij interim-voorzitter Federatie Verpleegkunde in de GGZ i.o. Zij is werkzaam bij de stichting Adhesie en doet daar onderzoek naar beroepskwalificaties van verpleegkundigen en verzorgenden. Bij dezelfde stichting is zij voorzitter van de Vakgroep Verpleging en Verzorging.
Momenteel is mevr. Raben tevens werkzaam bij het LCVV als projectmedewerker in het kader van de meerjarenafspraken Geestelijke Gezondheidszorg. In haar lezing zal zij stilstaan bij de invloed van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen op psychiatrische problematiek, met als doel het positioneren van de sociale psychiatrie ten opzichte hiervan.

Prof.dr. M.A.J. Romme
Dhr. Romme is psychiater en was tot 1972 directeur van de katholieke Stichting Geestelijke Volksgezondheid te Amsterdam. Vanaf 1974 was hij 25 jaar hoogleraar Sociale Psychiatrie te Maastricht. Enkele belangrijke publicaties van zijn hand zijn: “Wat is Sociale Psychiatrie” (1981), “Voorzieningen Geestelijke Volksgezondheid” (1984), “Stemmen horen, accepteren” (1999) en “Omgaan met stemmen horen”, gids voor hulpverleners (1999).
Eén van de belangrijkste bevindingen van de onderzoeken van dhr. Romme is dat het horen van stemmen, reacties zijn op levensproblemen. De kern van het betoog van dhr. Romme zal zijn dat de sociale psychiatrie zich enerzijds teveel richting psychotherapie en anderzijds teveel richting biologische psychiatrie heeft ontwikkeld.

De lezing van Romme is te downloaden als PDF bestand, 99k

Mevr.drs. Ivonne van der Padt
Mevr. Van der Padt is sociaal psychiatrisch verpleegkundige en docente op de MGZ-GGZ Opleiding van de Hogeschool te Amsterdam. In 1986 is ze begonnen als SPV bij de afdeling Ouderen van Riagg Zaandam. Sinds 1991 is zij actief betrokken bij de NVSPV, aanvankelijk via het voormalige COOSPV. Na een doctoraalscriptie over vrouwenarbeid bij Verkade volgde in 1996 een samen met een voormalig docente opgestelde publicatie, getiteld: “Ruytermeisjes en Verkadevrouwen”. Haar lezing zal geweid zijn aan de presentatie van het speciaal voor het lustrum geschreven boek over de historie van de SPV. Zij stelt hierbij de vraag of de sociaal psychiatrisch verpleegkunde een verloren gewaand ambacht is.

Dhr. Harry Schutte
Dhr. Schutte is sociaal psychiatrisch verpleegkundige en teamcoördinator aanmeld/crisisteam van de St. Adhesie GGZ Midden-Overijssel te Almelo. Hij is lid van de Vakgroep Verpleging en Verzorging van de St. Adhesie. Voor de NVSPV is hij afgevaardigde in de curriculum adviescommissie GGZ-VS. In zijn inleiding stelt hij de vraag aan de orde of de professionaliteit van de SPV nog wel aansluit bij de behoeftes van mensen die ‘sociaal overbodig’ lijken te zijn. Naar zijn mening moet de SPV haar professionaliteit richten op het ontwikkelen van methodieken die aansluiten op die doelgroep. Als de SPV geen antwoord heeft op de vragen van deze doelgroep, dan maakt zij haar professionaliteit niet waar.

Dhr. Adrie Walhout
Dhr. Walhout is zijn werkzaamheden gestart in de accountancy Deloitte & Touche. Daarna was hij werkzaam als adviseur bij het instituut Midden- en Kleinbedrijf Nederland in de provincie Zeeland. Vervolgens heeft hij twee jaar gewerkt als directeur van Organisatie- en Adviesbureau Zeeland. Hij kwam vervolgens in de geestelijke gezondheidszorg terecht.
Sinds 1995 is hij actief in de GGZ-Cliëntenbeweging. Tot juli 19997 was hij de landelijke voorzitter van de Cliëntenbond; daarnaast vervulde hij met name in Zeeland tal van functies ten behoeve van cliënten in de GGZ. Momenteel is hij financieel en facilitair manager van een regionale instelling voor kinderopvang. Sinds juli jl. is dhr Walhout directeur/vennoot van Psyient, Organisatie- en adviesbureau Geestelijke Gezondheidszorg. Hij zal vanuit het domein directe patiëntenzorg de verwachtingen in kaart brengen, die in de toekomst aan de hulpverlening van de SPV gesteld zullen worden.

Mevr.drs. Marian de Leeuw
Mevr. De Leeuw is verpleegkundige en sociologe en werkt bij de H.C. Rumke-groep te Den Dolder als opleider voor de verpleegkundig specialist in de GGZ. Zij is daarnaast bezig met een promotieonderzoek naar het proces van afstemming van zorgvraag en zorgaanbod tussen chronisch psychiatrische patiënten en hun hulpverleners. Namens de NVSPV is zij lid van de COOV-werkgroep Psychiatrische Verpleegkunde, die in april 1998 de Contourennota Psychiatrische Verpleegkunde uitbracht. In haar lezing zal mevr. De Leeuw, vanuit de historie van het verplegen in de GGZ, benadrukken dat sociale psychiatrie en verplegen in de GGZ onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. In haar optiek vormen verpleegkundigen bij uitstek de beroepsgroep die op het terrein van de sociale psychiatrie werkzaam is en dat ook in de toekomst zal blijven. In het belang van de sociale psychiatrie zal geïnvesteerd moeten worden in het verdere ontwikkelen van het verpleegkundig gedachtegoed en methodieken.

Dhr.drs. Frans van Mierlo
Dhr. Van Mierlo is andragoog en was tot voor kort werkzaam als productmanager GGZ en coördinator van de Voorgezette Opleiding voor Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen (VO-SPV) verbonden aan de Hogeschool te Utrecht. Sinds 1992 is hij werkzaam als senior beleidsmedewerker Preventie bij het Landelijk Ondersteuningspunt Preventie-ggz van het Trimbos-instituut. Onlangs is hij tevens sectorhoofd Preventie, Dienstverlening, Onderzoek en Innovatie van de Riagg Oost Gelderland geworden. Hij is bezig met de voorbereidingen van een proefschrift over de effectiviteit van vriendendiensten in de geestelijke gezondheidszorg.
In zijn lezing zal hij ingaan op het gegeven dat psychiatrie per definitie sociaal en preventief werkt. Vervolgens zal uiteengezet worden wat de speerpunten worden voor de preventieve sociale psychiatrie in de komende jaren. Er zal kort worden stilgestaan bij de onderdelen preventie en consultatie van het beroepsprofiel, mede in relatie tot het overheidsbeleid.

Programma

09.30 Ontvangst en inschrijving.
10.00 Opening door de dagvoorzitter dhr. Smeets
10.15 Sociaal psychiatrische verpleegkunde, een visie? Carla Raben
10.45 Een eigen koers voor de sociale psychiatrie, ophouden met aanpassen. Dhr. Romme
11.15 ‘Op oud ijs vriest het licht’ Ivonne van der Padt
12.15 Een korte terugblik op de ochtend door dhr. Smeets

12.30 Lunch

13.30 SPV professionaliteit: antwoord op ‘sociale overbodigheid’? Harry Schutte
14.00 Met SPV-zorg bijtijds en eigentijds 2000 in !!?? Adri Walhout

14.30 Pauze

15.00 Het einde van de SPV, leve de sociaal psychiatrische verpleegkunde. Marian de Leeuw
15.30 Preventieve sociale psychiatrie, een dubbele tautologie? Frans van Mierlo
16.00 Nabeschouwing van de dag door dhr. Smeets.

16.15 Informele sluiting van de dag met muziek, een borrel en een hapje.